banner

Lucky bamboo


Uw Flashplayer is verouderd. Ga door

Lucky bamboo is het plantje waarmee tijgermuggen naar Nederland komen.

2.1 Wat is Lucky bamboo en waar komt het vandaan?


afbeeldingafbeeldingafbeelding
afbeeldingafbeeldingafbeelding

Lucky bamboo is geen bamboesoort, maar een sierplant met de wetenschappelijke naam Dracaena sanderiana. Sinds ongeveer 2002 is deze plant zeer populair in Nederland en andere Europese landen. Zij wordt verkocht in (groepjes van) rechte of gedraaide stengels, met of zonder blaadjes.
Het is een robuuste plant die weinig licht nodig heeft en makkelijk te verzorgen is; zij heeft alleen maar schoon water nodig. Aan de plant worden in China (en inmiddels ook in Nederland) in verband met Feng Shui allerlei positieve eigenschappen toegeschreven: zij zou geluk, welvaart en voorspoed brengen.

Lucky bamboo wordt gekweekt in China. Als de planten manshoog zijn worden ze geoogst, ontdaan van de bladeren en in stukjes geknipt. Van sommige stukken stengel worden arrangementen gemaakt, andere worden zodanig behandeld dat er een krul in komt. Het is een arbeidsintensief proces, maar omdat de lonen in China laag zijn, blijven ook de kosten laag. Tijdens het productieproces staan de planten in emmers of bakken met water.
afbeeldingOmdat de overtocht (per schip) enkele weken duurt, worden de planten vóór transport in bakken met water of gel gezet. Een zeecontainer bevat zo’n 500.000 plantjes. Het grootste deel van de containers met Lucky bamboo die naar de Europese Unie worden vervoerd, komt via de Rotterdamse haven binnen. Het gaat om enige honderden tot duizenden zeecontainers Lucky bamboo. Na aankomst in Rotterdam worden de containers per vrachtwagen vervoerd naar de importbedrijven. Een deel van de plantjes is bestemd voor de Nederlandse markt, de rest wordt vanuit de importbedrijven doorgevoerd naar andere Europese landen.




2.2 Hoe komt de tijgermug tussen de plantjes terecht?


afbeelding
Aan de ene kant de tijgermug met zeer negatieve eigenschappen voor gezondheid, welzijn, milieu en economie. Aan de andere kant Lucky bamboo: een sierplantje dat veel geluk, voorspoed, fortuin en een gevoel van veiligheid zou brengen. Er lijkt nauwelijks een grotere tegenstelling denkbaar. Toch komen ze bij elkaar in de Chinese bedrijven waar de Lucky bamboo wordt geproduceerd. Als geen 100% sluitende voorzorgsmaatregelen worden genomen, kunnen de tijgermuggen daar naar binnen vliegen en hun eitjes leggen op de stengels die in de emmers of bakken water staan.

afbeeldingOmdat ziekten zoals knokkelkoorts en Japanese encephalitis in China voorkomen, en de muggen deze virussen kunnen overdragen op hun nageslacht, kunnen de muggen die later uit die uitjes komen ook deze virussen bij zich dragen.
Na verpopping kunnen de nakomelingen van de muggen uit China de container uitvliegen zodra de container in het land van import wordt geopend. Het kan ook zijn dat de muggen zich (nog) als eitjes of larven in het water bevinden en in Nederland uitgroeien tot muggen.
Bij transport op gel zullen de eitjes zich niet in de zeecontainers tot larven ontwikkelen, maar ze kunnen daarin wel overleven. Als de planten dan op de plaats van bestemming op water worden gezet, kunnen de eitjes alsnog uitkomen.

In een animatiefilmpje uit Singapore (Engels gesproken) over het voorkómen van dengue figureren enige tijgermuggen, die op zoek gaan naar onder meer planten in vazen om eitjes in te leggen.

In een voorlichtingfilmpje uit Hong Kong zie je de muggenlarven tussen de stengels zwemmen.

2.3 Waar zitten de bedrijven die Lucky bamboo in Nederland invoeren?


afbeelding
Het aantal importbedrijven varieert in de loop van de tijd. Iedereen kan namelijk op elk moment besluiten om met de import te starten of ermee te stoppen. Zelfs de Plantenziektenkundige Dienst, die toezicht zou moeten houden op alle import van planten, blijkt niet altijd direct op de hoogte te zijn van nieuwe importeurs. Uit de verstrekte gegevens kan worden afgeleid dat er in de afgelopen jaren 15 tot 20 bedrijven actief zijn geweest. Sommige bedrijven hebben meerdere vestigingen.

afbeelding
De bedrijven vormen een zeer gevarieerde groep, van grote tot hele kleine. De grotere importeurs voeren ieder per week minstens één zeecontainer per week in; in sommige perioden zelfs één zeecontainer per dag. Met name de grotere importeurs zijn goed te traceren en hebben bijvoorbeeld een eigen website, maar van anderen is ook na intensief speuren niet eens een telefoonnummer te vinden (alleen het adres is dan bekend uit de – overigens niet geheel foutloze - adreslijst die het ministerie van VWS verstrekt heeft).
Zelfs de brancheorganisatie die hun belangen zou moeten behartigen (HBAG - Bloemen en Planten) bleek in een gesprek niet te weten waar de importeurs te vinden waren. Ook de Plantenziektenkundige Dienst, die toezicht zou moeten houden op alle import van planten in Nederland, is niet altijd op de hoogte. Dit blijkt uit de volgende (vertaalde) tekst uit het rapport van de PD van augustus 2007 ( pagina 7), te vinden op de webpagina De aanpak door de overheid:
“Bij het begin van het onderzoek waren er bij de PD in totaal 16 van zulke bedrijven bekend. Maar halverwege het onderzoek doken er nog twee andere bedrijven op.”


afbeeldingHet speelveld is dus aan wisseling onderhevig, want iedereen kan op elk moment besluiten om Lucky bamboo te gaan importeren of ermee te stoppen. Bekend is dat bij met name de kleine importeurs veel tijgermuggen zijn gevangen.

De overheid heeft in augustus en september 2007 aan 17 importbedrijven een brief gestuurd met het verzoek om het bijgevoegde convenant getekend terug te sturen (zie de webpagina De aanpak door de overheid). De locaties van de vestigingen van deze bedrijven zijn zo exact mogelijk (op straatniveau) en met vermelding van de adresgegevens in Google Maps aangegeven.
Er is een concentratie van bedrijven in het Westland (niet ver van Den Haag) en bij Aalsmeer (vlakbij de bloemenveiling, Amsterdam en Schiphol), maar ze zijn ook te vinden in bijvoorbeeld Wervershoof (West-Friesland) en Andel (Noord-Brabant).
Ook de bedrijven die naar verluidt met de import van Lucky bamboo zijn gestopt zijn het vermelden waard, omdat het niet uitgesloten is dat de door deze bedrijven geïmporteerde tijgermuggen zich naar de omgeving verspreid hebben.

afbeeldingBij 15 van de 17 importbedrijven zijn tijgermuggen gevangen; bij één bedrijf is in ieder geval tot september 2007 geen val geplaatst en is dus tot die tijd helemaal niets bekend over de aanwezigheid van tijgermuggen.

Uit het feit dat bij twee bedrijven geen tijgermuggen zijn gevangen, kan niet worden geconcludeerd dat ze daar niet aanwezig waren. Tijdens het onderzoek van de PD werd namelijk geconstateerd dat er soms muggen rondvliegen die niet (direct) in de val terecht komen. Het feit dat bij die twee bedrijven wel overlast van tijgermuggen werd gemeld, kan daar op wijzen.

afbeeldingTijdens het onderzoek is dus gebleken dat bij (vrijwel) alle bedrijven tijgermuggen worden ingevoerd. De gevonden aantallen lopen wel sterk uiteen: er zijn enkele bedrijven waar heel veel tijgermuggen werden gevangen, bij andere kwamen er weinig of geen in de val terecht.

De overheid weigert openbaar te maken welke bedrijven veel tijgermuggen invoeren (danwel hebben ingevoerd), en welke weinig of geen. Dus geen naming and shaming, hoewel dat effectief is gebleken bij bijvoorbeeld het terugdringen van residuen van bestrijdingsmiddelen in groenten en fruit.
In deze situatie zullen we moeten aannemen dat alle bedrijven een risico vormen.

Indien u eens een kijkje wil nemen in een van de Lucky bamboo-kassen, dan kan dat via de video-reportage die de Volkskrant daarover in juni 2007 heeft gemaakt.
Aan het eind kunt u dan meteen ook zien waarom de door de Plantenziektenkundige dienst geplaatste val (op basis van gas) niet altijd een goed beeld geeft van het aantal in de kas aanwezige tijgermuggen. Er blijkt namelijk nóg een val (een elektrische) in de kas te staan. De tijgermuggen die daar in terecht komen, worden bij de monitoring niet door de Plantenziektenkundige dienst geteld.
Op de webpagina Vragen en antwoorden kunt u lezen welke oorzaken er nog meer zijn waardoor de vangstgegevens geen goed beeld geven van de werkelijke situatie.